Samenwerking in zorg voor kinderen tot 4 jaar in gemeente Meerssen

Auteur:  Marc van de Ven Datum:  8 juni, 2020

In Meerssen bespreken kinderopvang, consultatiebureau, maatschappelijk werk en andere partners kinderen tot 4 jaar met mogelijke opvoed- of opgroeiproblemen.

Doel van dit voorschoolse knooppunt: een snelle signalering en gezamenlijke aanpak. ‘Dit kan zorg op latere leeftijd voorkomen.’

Samen opvoed- en opgroeiproblemen te lijf

‘Er zat een jongetje bij ons op de kinderopvang. Ruim 3 jaar, maar wij twijfelden of hij klaar was voor de basisschool. Hij liep wat achter in zijn ontwikkeling. We hebben zijn situatie in het knooppunt besproken. Daarop is een logopedist ingeschakeld, zijn video-opnames gemaakt om met de ouders te bespreken, hebben wij de jongen extra activiteiten aangeboden en met de basisschool afspraken gemaakt. We zijn nu bijna een jaar verder en het gaat goed op de basisschool. Zonder knooppunt waren acties waarschijnlijk pas later ingezet. En had het kind nu misschien problemen ondervonden.’

Gemeente Meerssen voorschools knooppunt2

Kind centraal

Dat zegt Esther Limpens, locatiehoofd MIK Kinderopvang. Het voorbeeld maakt de meerwaarde van het knooppunt duidelijk: vroegtijdige signalering, gezamenlijke aanpak. Het initiatief voor het knooppunt kwam vanuit de VVE-adviesgroep waarin partijen ook samen optrekken. ‘Daarin gaat het over beleid, maar we hadden ook de behoefte om individuele kinderen te bespreken’, vertelt Alexandra de la Roij, teamleider bij peutercentra van Spelenderwijs. ‘Als je zelf een probleem signaleert, ga je ermee aan de slag. Maar je weet niet of bijvoorbeeld het consultatiebureau hetzelfde constateert en wat zij doen. Door samenwerking zetten we kind en gezin echt centraal.’

Inge Keijdener, beleidsmedewerker gemeente Meerssen

"Sterk aan het knooppunt vind ik dat niet alleen het kind maar waar nodig ook de gezinssituatie wordt besproken."

Inge Keijdener, beleidsmedewerker gemeente Meerssen

Gezinssituatie ook besproken

De gemeente Meerssen is blij met het knooppunt. ‘Kinderen maken in hun eerste levensjaren een enorme ontwikkeling door’, aldus beleidsmedewerker Inge Keijdener. ‘Een preventieve en relatief eenvoudige therapie of behandeling in de vroege jaren kan ervoor zorgen dat het kind lekker mee kan. En voorkomen dat het kind op latere leeftijd dure en intensieve zorg nodig heeft.’ Sterk aan het knooppunt vindt ze ook dat niet alleen het kind besproken wordt, maar waar nodig ook de gezinssituatie. ‘Wellicht spelen er thuis problemen die van invloed zijn op het kind, zoals geldzorgen, een ziekte of verslaving. Ook dat wordt besproken en aangepakt.’

Ouders betrokken

Ruim een jaar is het knooppunt nu actief. Minstens 4 keer per jaar zitten de vaste partners bij elkaar: pedagogisch medewerkers, een consultatiebureauarts, jeugdverpleegkundige, jeugdconsulent van de gemeente en schoolmaatschappelijk werker. Afhankelijk van de casus sluiten andere deskundigen aan, zoals een praktijkondersteuner van de huisarts, logopedist of intern begeleider van de basisschool. Ouders van kinderen die op de agenda staan, worden van tevoren bijgepraat. Zij kunnen ook bij het overleg aanschuiven. Esther: ‘Als wij onze zorgen aan ouders uiten over de ontwikkeling van hun kind, kunnen ze denken: ach, hij is nog zo jong, dat komt wel. Als alle partners in het knooppunt hetzelfde zeggen, zien ouders eerder de noodzaak om samen in actie te komen.’

Integrale kijk én aanpak

Volgens Alexandra biedt de samenwerking in het knooppunt meer voordelen. ‘Je voelt je door meerdere disciplines gesteund in je constatering en spart met elkaar. Dat kan tot nieuwe ideeën of inzichten leiden. Daarnaast leer je elkaar goed kennen. Ook buiten het knooppunt bel je dan makkelijker met iemand om iets te bespreken.’ In het knooppunt maken de partners duidelijke afspraken wie wat doet. Esther: ‘Door de integrale kijk krijg je ook een integrale aanpak: de arts of het consultatiebureau doet dit, op de kinderopvang doen we dat, ouders vragen we om thuis bepaalde dingen te doen. Samen werken we aan hetzelfde probleem.’

Mandaat nodig

Het voorschoolse knooppunt is bij de opstart begeleid door adviseur Chantal Hünen. Zij noemt een aantal randvoorwaarden voor het opzetten van een succesvol knooppunt. ‘Belangrijk is dat duidelijk is wat de rollen van de betrokkenen zijn. En dat de mensen aan tafel beslissingen kunnen en mogen nemen over interventies. Ze moeten mandaat hebben, ook financieel. Als je steeds terug moet naar je leidinggevende voor toestemming, dan werkt het niet.’ In Meerssen is iedereen tevreden met de manier waarop het voorschoolse knooppunt draait. ‘We gaan dit dan ook in de hele gemeente invoeren, met alle kinderopvangorganisaties’, aldus Inge.

Aan de slag met een voorschools knooppunt in jouw gemeente?

Ruim een jaar is het knooppunt nu actief. Minstens 4 keer per jaar zitten de vaste partners bij elkaar: pedagogisch medewerkers, een consultatiebureauarts, jeugdverpleegkundige, jeugdconsulent van de gemeente en schoolmaatschappelijk werker. Afhankelijk van de casus sluiten andere deskundigen aan, zoals een praktijkondersteuner van de huisarts, logopedist of intern begeleider van de basisschool. Ouders van kinderen die op de agenda staan, worden van tevoren bijgepraat. Zij kunnen ook bij het overleg aanschuiven. Esther: ‘Als wij onze zorgen aan ouders uiten over de ontwikkeling van hun kind, kunnen ze denken: ach, hij is nog zo jong, dat komt wel. Als alle partners in het knooppunt hetzelfde zeggen, zien ouders eerder de noodzaak om samen in actie te komen.’

Meer weten?

Neem contact met ons op voor meer informatie.